Ngorongoro

Ngorongoro voelt als een wereld op zich. Een diepe, groene kom vol leven. De dag begint met gember tegen de verkoudheid en eindigt met een zeldzaam moment.

Prikkelend begin

Na een heerlijke nachtrust word ik helaas niet helemaal fit wakker. Een verkoudheidje, denk ik. Bij het ontbijt krijg ik van Jabiri een flinke mok met verse, pittige gemberthee aangereikt. Daarnaast krijg ik een stuk rauwe gember in mijn hand gedrukt met het advies: “Bijt er stukjes af en kauw langzaam. Dan ben je morgen beter.” Ik hoop het.

Gember staat hier bekend als huismiddeltje tegen van alles: van keelpijn tot misselijkheid. In Tanzania is het dan ook niet ongebruikelijk om het als medicijn te gebruiken in plaats van pillen.

Koeienbel

We vertrekken richting de Ngorongoro-krater om daar de ochtend door te brengen. Gisteren vroeg ik Jeroen hoe de krater is ontstaan, waarop hij me corrigeerde: Ngorongoro is geen echte krater, maar een caldera – het ingestorte dak van een vulkaan, ontstaan na een eruptie, zo’n twee à drie miljoen jaar geleden. Jabiri voegt eraan toe dat “Ngorongoro” ‘koeienbel’ betekent in het Maasai, naar het geluid dat de bellen van hun vee maken.

Bij aankomst bij de ingang is het direct raak: overal bavianen. Ze lopen over de grond, zitten op daken en in de bosjes, en hangen rond de auto’s alsof het hun terrein is – wat het eigenlijk ook is. Jabiri vraagt ons dringend om de ramen dicht te doen en goed op de deuren te letten. Deze apen zijn zo gewend aan toeristen dat ze precies weten wanneer ze hun kans moeten grijpen.

We komen Abu tegen, de gids die vorige week met mijn nicht Loes op pad was. Dankzij haar en mijn tante Veronique kwamen we uit bij Gama Tours. Via Instagram zagen we al dat zij een geweldige ervaring hadden. Mijn tante keert in januari 2026 terug om de migratie te zien — iets om jaloers op te zijn.

Niet veel later beleven we met eigen ogen waarom de ramen dicht moeten blijven. Een groepje toeristen uit Amerika is even niet alert en binnen no-time zit er een baviaan ín hun jeep. Met een zak chips springt hij triomfantelijk weer naar buiten en installeert zich op het autodak, waar hij alles ter plekke verorbert. Delen? Geen denken aan. Maar omdat de verpakkingen op de grond belanden, profiteren zijn soortgenoten alsnog.

De afdaling in de bubbel

De rit gaat verder omhoog. Mist omringt ons, het zicht is minimaal. Jabiri verzekert ons dat het in de krater zelf helder zal zijn. Bij de tweede toegangspoort trekt de mist langzaam op, en beginnen we aan de afdaling. Jabiri zet de auto in lage gearing vanwege de steile weg. Van boven lijkt de vlakte stil en leeg, maar dat beeld verandert zodra we afgedaald zijn.

De Ngorongoro-caldera voelt als een afgesloten wereld — een ecosysteem op zich met een eigen microklimaat. Hier leven zo’n 25.000 grote zoogdieren. Het is één van de enige plekken op aarde waar je binnen een dag de volledige ‘Big Five’ kunt spotten. Al is de kans op het zien van de zwarte neushoorn klein.

Eerste ontmoetingen

Bij binnenkomst zien we al meteen olifanten, buffels, gazelles en de ‘common chad’ — een veelvoorkomend vogeltje dat in de meren voorkomt, vooral in Lake Magadi dat in het midden van de krater ligt. Niet veel later spotten we een leeuwin, loom in het gras. Tussen de bomen aan de rand van de bergen liggen nog twee leeuwen, maar te ver weg voor een goede foto. Toch is het een indrukwekkend moment.

Bijzonder gedrag

Even later komen we nog een olifant tegen die blijkbaar meer trek had in wat er bovenin een boom hing. Na wat afgebroken pogingen staat de olifant op zijn achterpoten en krijgt zo wat hij wil. We hadden dit gedrag al eens gezien in video’s over Mana Pools National Park in Zimbabwe, waar olifanten dit gedrag vertonen, vooral wanneer het voedsel schaars is. De olifanten daar hebben dit gedrag zelf geleerd over meerdere generaties. we hadden geen idee dat dit gedrag ook op andere plekken was ontstaan. Helaas werden we gefoto-bombed en is het exacte moment helaas niet vastgelegd.

Wat een lucht

Dan zien we een nijlpaard, met een kleintje. Je ruikt ze meestal vóórdat je ze ziet, en dat is niet per se een plezierige ervaring. Jabiri glimlacht en vertelt dat we er in de Serengeti nog veel meer gaan zien, vooral in de moerassen. Maar voor mij is deze ene al genoeg.

We rijden verder en zien gnoes en voor het eerst ook struisvogels — imposante dieren, zeker het mannetje met zijn zwarte veren en roze poten. Ze kunnen tot 70 km/u rennen, een indrukwekkende prestatie voor zo’n groot dier.

Neushoorn. Of toch niet?

Ik maak vandaag veelvuldig gebruik van de verrekijker. In de Ngorongoro crater zijn de meeste dieren op wat meer afstand tijdens onze safari. Jabiri heeft ook een verrekijker en na een uurtje in de crater te zijn wijst Jabiri ons op een zwarte neushoorn. Helaas zo ver weg dat ik niet duidelijk kan opmaken of het een zwarte neushoorn, nijlpaard, olifant, gnoe of buffalo is. Ik besluit, ik streep hem nog niet af van m’n lijstje en duim verder dat we de neushoorn misschien later van iets dichterbij kunnen zien.

We rijden verder richting een bosgebied. Bijzonder hoe er ineens een bos kan zijn midden in zo’n krater. Jabiri geeft aan dat bij het bosgebied hij vaker de neushoorn heeft gezien en dat hij ons daarom die kant mee opneemt. Hij weet dat dit voor mij de kers op de taart zou zijn. We hebben geen geluk. In het bos vinden we helaas geen zwarte neushoorn en we besluiten dat het tijd is om te gaan lunchen.

Na de lunch moeten we vanaf het bos richting de uitgang van de krater gaan rijden. De weg naar de Serengeti is nog lang en we moeten op tijd bij onze lodge zijn. We rijden nog een heel stuk door de crater en er is genoeg te zien, we kijken onze ogen uit. Dan rijden we langs een stilstaande auto, ze geven aan dat er een zwarte neushoorn te zien is. Wat een geluk. Jabiri geeft aan dat het naast de auto is. Ik zeg dat ik alleen een huisje zie en ik zie er wel iets rond, groots en grijs naast, maar ik kan niet opmaken of dat een rots of een neushoorn is.

Het is simpelweg te ver om goed te kunnen zien. Helaas. We weten dat de kans in de Serengeti nihil is omdat de zwarte neushoorn daar meer beschermd leeft en je een aparte vergunning moet aanvragen om ze te volgen. Geen zwarte neushoorn voor ons. 

We willen gaan rijden, maar de chauffeur van de andere auto begrijpt meteen dat we het dan gemist moeten hebben. Hij roept Jabiri terug en wijst ons op waar de neushoorn te zien is. Ah, de auto waarnaar werd verwezen rijdt een stuk meer links en daar loopt een zwarte neushoorn achter. Gevonden. En wat een geluk het is er niet één, maar het heeft ook een jonkie bij zich. Vergezeld met wat vogels op hun rug lopen de twee langzaam over het pad. Nog steeds ver weg, maar via de verrekijker nu wel echt goed zichtbaar. Ontzettend bijzonder dat we dit prachtige dier dat met uitsterven wordt bedreigd hebben kunnen zien. Check, nu mag hij wel van mijn, steeds korter wordende, lijst.

Niet veel later rijden we de krater uit. We stijgen in no time en kijken achterom over de prachtige krater.

Een geweldige bubbel, met een onvergetelijke ervaring.

Vorige
Vorige

Aankomst in Serengeti

Volgende
Volgende

Lake Manyara