Tarangire, dag 2
“Een bewolkte ochtend, een niet-startende jeep, olifanten aan de overkant van het water. Alles hapert even — behalve de natuur zelf. Tarangire blijft ademen, groeien, bewegen. En wij? Wij kijken alleen maar.”
Donderdagochtend begint, net als de andere ochtenden, met een bewolkte lucht. Tot nu toe trekt dat steeds vrij snel open, maar ik hoop nog steeds op minstens één goede zonsopkomst om te fotograferen. Vandaag is duidelijk niet die dag.
Autopech op z’n Afrikaans
Na opnieuw een uitstekend ontbijt en het uitchecken gaan we op pad, het park in. De rit wordt al snel onderbroken: de auto start niet. Een bout op de accu blijft niet goed zitten, waardoor er geen goed contact is. Met wat kunst- en vliegwerk krijgen we de motor weer aan de praat. Toch is het vooral de vraag wanneer het weer misgaat, niet óf.
We rijden terug naar de lodge zodat Jabiri daar hulp kan inschakelen. Gelukkig zijn we nog dichtbij. De Land Cruiser waarin we rijden is overigens niet zomaar een auto. In grote delen van Afrika is dit dé standaard voor safari’s: onverwoestbaar, betrouwbaar en gebouwd voor ruig terrein. Maar zelfs deze woestijndinosaurussen hebben weleens hun kuren.
Balkon met uitzicht
Terwijl Jabiri aan het regelen is, nestelen wij ons op het grote balkon dat grenst aan de ontvangstruimte en het restaurant. Het uitzicht is indrukwekkend: een open vlakte vol leven. Aan de overkant van het water zien we een groep olifanten rustig langs de oever scharrelen. De lucht is inmiddels opgeklaard — een strakblauw decor boven een landschap dat constant verandert.
Olifanten zijn verrassend goede zwemmers. Ze gebruiken hun slurf als snorkel en steken zonder moeite brede rivieren over. Die lompe lijven blijken dus verrassend flexibel als het moet.
Terug de wildernis in
Niet veel later zijn we weer onderweg — met een opnieuw startende Land Cruiser, gelukkig. We worden meteen getrakteerd op een bonte stoet dieren. Sommige inmiddels vertrouwd, anderen zeldzamer. Evita houdt ondertussen ijverig bij wat we allemaal zien, van groot tot klein.
Vandaag noteren we onder meer warthogs (oftewel: Pumba), struisvogels, gazelles, impala’s, een catfish, een hagedis, en natuurlijk de nodige giraffen en zebra’s. Tot onze vreugde zien we ook ‘Zazu’ uit The Lion King — in werkelijkheid een neushoornvogel, een soort die hier veel voorkomt en vooral luidruchtig aanwezig is.
Tussen al die vogels springt er eentje echt uit: de secretarybird. Een elegante roofvogel op stelten, die te voet jaagt en bekendstaat om zijn dodelijke trap. Zelfs giftige slangen zijn niet opgewassen tegen zijn razendsnelle uithaal.
Wisselend landschap
Jabiri navigeert geconcentreerd door de verschillende zones van het park, steeds op zoek naar een goede plek om te stoppen. Ondertussen verandert het landschap onder onze wielen. Open vlaktes, waar het zicht eindeloos is, maken langzaam plaats voor dichter begroeide gebieden.
In zo’n bosrijk deel zien we een groep vervet monkeys. Ze slingeren in de bomen, snel, speels, nieuwsgierig. Mannelijke exemplaren blijken trouwens een opvallend felblauwe huid rond hun edele delen te hebben — een kleur die letterlijk status uitstraalt binnen de groep. Hoe feller het blauw, hoe hoger de rang. Het sociale systeem van de apen is dus deels visueel gecodeerd, en opvallend goed zichtbaar.
Het is moeilijk onder woorden te brengen hoe het voelt om tussen deze dieren te zijn. Om oog in oog te staan met olifanten, giraffes en andere dieren in hun natuurlijke habitat. Niet in een dierentuin, niet achter glas, daar waar ze thuishoren.
Wat me vooral raakt is hoe weinig wij er als mensen toe doen in hun wereld. Deze dieren leven hun leven gewoon door en trekken zich niets van ons aan.
Moe maar voldaan
Als het tijd is om het park te verlaten, merken we pas hoe moe we eigenlijk zijn. Niet omdat we ons vervelen — verre van — maar omdat alles intens is. De afstanden, de warmte, het constant speuren naar beweging in het landschap… En dan heb je nog het stuiteren over onverharde paden, wat hier niet voor niets de bijnaam ‘Afrikaanse massage’ heeft gekregen. Een gratis rugcorrectie in de achterbak van een Land Cruiser.
In mijn geval komt daar ook het constante fotograferen bij. Snel reageren, lenzen wisselen, composities zoeken. Ik zou het voor geen goud willen missen, maar het vreet wel energie.
Muziek en stilte
Op verzoek van Jabiri zetten we wat muziek op via de bluetooth speakers in de jeep. De keuze valt op John Mayer — een artiest die Jabiri niet kent. John wordt wordt bruut onderbroken. Geen bereik meer.
Dat is hier trouwens eerder regel dan uitzondering. Internet komt en gaat zoals het landschap onder ons. Maar het is ook wel eens fijn — even geen scherm, geen afleiding. Gewoon rijden. Kijken. Stil zijn.
Hakuna Matata.
Of zoals een bord in Materuni het eerder deze week mooi samenvatte:
“No WiFi, talk to each other.”