Jambo!
“Van toiletpapier tot Tanzania: onze reis begint met buikgriep, vertragingen en een eerste Afrikaanse massage.”
Een valse start
En dan, enkele dagen voor vertrek, worden we allebei ziek. Buikgriep, waarschijnlijk. Een nacht half doorbrengen op het toilet, gevolgd door dagen met een onrustige maag. Gelukkig waren we op tijd hersteld, maar het was even spannend — bijna was onze reis hierdoor in gevaar gekomen.
Afscheid en voorbereidingen
Voor je het weet is het dan ineens zover. Spullen gepakt, alles driedubbel gecheckt, klaar voor vertrek. En tijd voor afscheid — van onze kinderen (voor nieuwe lezers: onze katten).
Voor Nova wordt dit de eerste keer dat we langer weg zijn dan een paar dagen. In december waren we vier dagen in Porto, dat was tot nu toe het langste.
Ik heb het idee dat Pepper inmiddels wel weet wat er aan de hand is zodra ze onze reistassen ziet. Ik maak me altijd een beetje zorgen, maar deze keer toch net iets meer. Gelukkig zijn ze in goede handen bij onze vrienden Peter en Joyce die ze deze vakantie dagelijks komen verzorgen.
De vlucht
Op Schiphol verloopt alles soepel en het wachten bij de gate voelt verrassend kort. Het is een heldere dag en we worden getrakteerd op prachtige uitzichten: de Alpen, de Middellandse Zee, de Nijl-delta… We maken een grote bocht om Soedan heen. Het is bizar om te bedenken wat zich daar beneden allemaal afspeelt terwijl wij voor ons plezier onderweg zijn. Het plaatst dingen in perspectief en doet je realiseren hoe bevoorrecht we zijn.
De vlucht verloopt vlot — tot we nog zo’n twee uur te gaan hebben. Dan begint het bekende klok-kijken. Nog even doorbijten. De landing wordt ingezet: we zijn er. Kilimanjaro International Airport. Een deel van de passagiers blijft aan boord en vliegt door naar Dar es Salaam. Wij stappen uit.
De visumverrassing
Bij binnenkomst lopen we direct door naar de douane. We verwachtten gedoe: mijn visum was een paar dagen voor vertrek goedgekeurd, maar Evita had tot dan toe nog niets gehoord. Ik zou dus wel even op haar moeten wachten… zou je denken.
Evita legt haar situatie uit aan een douanier en wordt naar het begin van een lange rij gebracht. Ondertussen word ik ook aangesproken. Er zijn twee rijen: één voor online aangevraagde visa’s en één kleinere met het bordje “diplomats and residents”. Ik hen zo mijn twijfels, maar de mensen in die rij zien er niet uit als diplomaten en al zeker niet als inwoners. Dus op aanwijzen van de douanier sluit ik me daar toch maar aan.
Mijn rij gaat veel sneller dan die ernaast. Tot frustratie van vooral Amerikanen. Desondanks is Evita degene die op mij staat te wachten in plaats van andersom. Ze mocht haar visum ter plekke wel nogmaals betalen — en iets zegt me dat de eerder betaalde €50 nooit meer terugkomt.
Een warm welkom
Buiten zoeken we naar onze gids, die volgens plan met een bord met onze namen zou staan te wachten. We lopen drie keer langs alle bordjes — maar geen gids te zien. Even later zie ik een man met een bordje de aankomsthal inlopen. Mijn gevoel zegt meteen: dit is ‘m. En ja hoor — we worden hartelijk begroet door Jabir, die meteen onze tassen overneemt.
We maken kennis en lopen richting de auto. Er volgt een rit van ongeveer een uur naar Moshi, waar we onze eerste nacht zullen doorbrengen. De weg vanaf het vliegveld is in reparatie en dus behoorlijk ruw. Onze eerste “Afrikaanse massage” is een feit.
Eerste indrukken
Het verkeer is een verhaal apart. Daar kunnen we kort of lang over praten — laat ik het erop houden dat het heel anders is dan in Nederland. Maar dat verrast ons natuurlijk niet.
Na aankomst checken we in bij Chanya Lodge, waar een fijne kamer en een uitnodigend bed op ons wachten. De volgende dag is nog rustig: we blijven in de omgeving van Moshi. We spreken af met Jabir dat hij ons om 8:30 komt ophalen. We laden wat spullen op en duiken het bed in. Het was een lange dag…